Beleggen.nl Markt MonitorMarkt Monitor

Minder dan de helft van de banken belegt duurzaam

Minder dan de helft van de banken belegt duurzaam

Hoewel veel particuliere beleggers zeggen dat ze duurzaam beleggen belangrijk vinden, biedt minder dan de helft van de banken en vermogensbeheerders deze mogelijkheid aan. Dat blijkt uit onderzoek van vergelijkingssite Finner.

Sinds ruim een jaar zijn financiële partijen in de EU verplicht om meer inzicht te geven over de duurzaamheid van hun beleggingen en beleggingsbeleid. Op 10 maart 2021 werd namelijk een Europese regeling ingevoerd waarin dat is vastgelegd: de Sustainable Finance Disclosure Regulation (SFDR).

Drie duurzaamheidslabels

Elk financieel product krijgt een duurzaamheidslabel. Aanbieders moeten zelf aangeven in welke categorie de belegging valt. Er zijn drie smaken:

  • SFR-artikel 6: grijs
    Duurzaamheid vormt geen onderdeel van het beleggingsproces. Banken houden zich uitsluitend aan de wettelijk verplichte uitsluitingscriteria, maar zetten geen extra stappen.
  • SFR-artikel 8: lichtgroen
    De belegging heeft duurzame kenmerken. Er worden ook bedrijven of sectoren uitgesloten zonder dat dit wettelijk hoeft. Denk bijvoorbeeld aan sigarettenfabrikanten of oliebedrijven.
  • SFR-artikel 9: donkergroen
    De belegging heeft een duurzame doelstelling. De aanbieder wil de wereld een beetje beter maken met de beleggingen.

Omdat de regels voor iedere bank of vermogensbeheerder in de EU gelijk zijn, moet het voor beleggers makkelijker worden om het duurzaamheidsgehalte van verschillende aanbieders met elkaar te vergelijken. Ook moet de regeling een eind maken aan greenwashing: een fenomeen waarbij bedrijven die zich groener en duurzamer voordoen dan ze daadwerkelijk zijn.

51% van de aanbieders heeft een grijs label

Finner was benieuwd hoe duurzaam banken en vermogensbeheerder zijn. De financiële vergelijkingssite nam daarom 96 beleggingsdiensten onder de loep, verdeeld over twintig aanbieders.

Hieruit blijkt dat bij 51% van de aanbieders duurzaamheid geen rol speelt. Slechts 5% van de totale onderzochte partijen bieden een portefeuille aan met een duurzame doelstelling.

Categorie
% aanbieders
Grijs 51%
Lichtgroen 43,8%
Donkergroen 5,2%


... en slechts 10% belegt volgens Klimaatakkoord Parijs

Verder bleek dat slechts 10% van de onderzochte partijen belegt in lijn met het Klimaatakkoord van Parijs: de afspraak dat in 2050 de uitstoot van broeikasgassen met 95% afgenomen moet zijn ten opzichte van 1990, om de opwarming van de aarde niet verder te laten oplopen dan 1,5 graad.

Wat betreft mensenrechten is het volgens Finner wel beter geregeld: 63% van de banken en vermogensbeheerders geeft aan de UN Global Compact te volgen, het internationale verdrag voor mensenrechten.

70% van de beleggers zegt duurzaamheid belangrijk te vinden

Hiermee lijkt er een mismatch te zijn tussen vraag en aanbod. Uit een eerder onderzoek van Finner onder 260 particuliere beleggers blijkt namelijk dat 70% van de beleggers duurzaam beleggen belangrijk tot zeer belangrijk zegt te vinden. Slechts 8% vindt het onbelangrijk tot zeer onbelangrijk.

Nu is duurzaam beleggen een breed begrip. Er valt van alles onder:

  • uitsluiten van controversiële activiteiten (zoals tabaks- en wapenfabrikanten)
  • per sector de bedrijven selecteren met de hoogste duurzaamheidsscore
  • beleggen in bedrijven die zich bezighouden met een duurzaamheidsthema, zoals windenergie of schoon water
  • bedrijven die een meetbare positieve bijdrage willen leveren aan de maatschappij.

De deelnemers aan het onderzoek van Finner gaven aan vooral duurzaam te willen beleggen bij te dragen aan een betere wereld (70%) of om controversiële zaken uit te willen sluiten (62%).

"Beleggers willen wel duurzaam beleggen, maar het aanbod blijft achter", concludeert Bart Spronk, mede-oprichter van Finner, op basis van beide onderzoeken.

Willen beleggers ook concessies doen?

Principes zijn natuurlijk mooi, maar zijn beleggers waar nodig ook bereid om hiervoor een financieel offer te brengen? Uit de peiling onder beleggers blijkt dat een deel van de beleggers dan terugkrabbelt. Ongeveer de helft van hen meer wil betalen voor een portefeuille die aansluit bij hun duurzaamheidswensen. De andere helft geeft aan dat niet te willen.

Van de groep die bereid is de portemonnee te trekken, wil 34% hiervoor maximaal 0,2% per jaar extra betalen. 50% is bereid tot 0,2% tot 0,5% extra kosten. Slecht 9% staat ervoor over om meer dan 0,5% extra neer te tellen.

Principes kosten nu serieus geld

Duurzaam beleggen kan ook gevolgen hebben voor het risicoprofiel en het rendement. Als een bank of vermogensbeheerder sommige bedrijven of zelfs complete sectoren uitsluit, neemt de spreiding af en het risico toe. Dat kan leiden tot heviger koersschommelingen. Bij impactbeleggen is de groep bedrijven om uit te kiezen nóg kleiner.

In 2020 was dat niet zo'n probleem: toen viel ook op duurzame beleggingen een hoog rendement te behalen. Maar sinds de inflatie oploopt en Rusland Oekraïne is binnen gevallen liggen de kaarten er anders bij. Er zijn enkele niet-duurzame sectoren die opvallend goed renderen, zoals wapenleveranciers en oliereuzen. Principes kosten nu dus serieus geld.

Hoeveel rendement beleggers bereid zijn in te leveren om duurzaam te kunnen beleggen, is ook onderzocht. "De resultaten zijn echter voor interpretatie vatbaar, dit leent zich wellicht voor een vervolgonderzoek", aldus Spronk.

Verschuiving van grijs naar lichtgroen

Het is de vraag hoe lang beleggers nog met dit dilemma zullen kampen. Spronk verwacht op basis van de contacten met aanbieders dat komend jaar veel bedrijven met hun label zullen verschuiven van grijs naar lichtgroen.

"Ze staan van twee kanten onder druk", licht hij toe. "Aan de ene kant vragen klanten erom. Aan de andere kant komt er veel Europese wetgeving op hen af."

Lees ook: ESG-fondsen die gewoon in wapens beleggen: een derde doet het