RickBreda schreef op 4 december 2014 14:04:
Door Andre Sterk Van DOW JONES NIEUWSDIENST AMSTERDAM (Dow Jones)--De Algemene Bond Uitzendondernemingen (ABU) trad eerder deze maand met een brief aan minister Asscher in herhaling, omdat de bond vindt dat deze te weinig doet om niet-wenselijke en niet-noodzakelijke beperkingen voor het aannemen van uitzendkrachten weg te nemen. De branche-organisatie riep minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Lodewijk Asscher op maatregelen te nemen, want het aantal uitzendbepalingen in collectieve arbeidsovereenkomsten (cao's) groeit, tegen de regels van de Uitzendrichtlijn in, aldus de brancheorganisatie dinsdag 25 november in een persbericht. Die uitzendbepalingen in cao's zijn van verschillende aard en leggen beperkingen op bij het inzetten van uitzendkrachten. De brief van de ABU volgde in aansluiting op de steun van de advocaat-generaal aan het Europese Hof, die op 20 november concludeerde dat lidstaten blijvend maatregelen dienen te nemen tegen ongerechtvaardigde uitzendbeperkingen in cao's.
Het was niet voor het eerst dat de ABU zich bij de minister meldde. Asscher had in februari van dit jaar het verzoek van de zijde van de ABU ook al gehad, maar tot nu toe zonder gevolg, aldus ABU. ABU richt zich op circa 25% van de cao's, waarvan de organisatie vindt dat daarin sprake is van te veel belemmeringen voor uitzendkrachten. Artikel 4 van de Europese uitzendrichtlijn bepaalt dat uitzendbeperkende bepalingen in wet en cao alleen zijn toegestaan als daar een rechtvaardiging voor is, zoals een legitiem doel als een goed functionerende arbeidsmarkt. Is die rechtvaardiging er niet, dan moet de uitzendbeperkende bepaling worden aangepast of worden geschrapt.
Deze kwestie is om meerdere redenen interessant, omdat ervaring leert dat een advies aan het Europese Hof in 80% van de gevallen wordt overgenomen. Aanleiding voor het advies van de advocaat-generaal aan het Europese Hof is een Finse zaak. Shell-Oil raakte in Finland in conflict met de eigen vakbonden over de beperkte inzet van uitzendpersoneel, waarvan Shell stelde dat die in strijd is met de richtlijn. Algemeen punt van kritiek bij artikel 4 betreft de nadruk op het sociale aspect, terwijl werkgevers en uitzendbranche ook graag het economische aspect betrokken zouden willen zien. "Dat is een belangrijk punt", zegt Maurice Rojer, adjunct-directeur van de ABU tegen Dow Jones Nieuwsdienst. "We hebben in Nederland zo'n 700 cao's. Als idealiter uitzendwerk in alle branches geen belemmeringen meer zou kennen, heeft dat in onze visie een grote positieve impact op de werkgelegenheid", aldus Rojer. De ABU betoogt in zijn statement 'Naar een beter werkende arbeidsmarkt' van september 2014, dat de uitzendsector verantwoordelijk is voor 40% van de groei van het aantal banen in 2016-2019. In diezelfde publicatie rept de ABU ook van honderden cao's 'waarin eisen worden gesteld aan een maximumaantal in te zetten uitzendkrachten, een maximumduur voor plaatsing wordt bepaald of de verplichting {wordt gesteld} dat na een uitzendperiode een vaste baan moet volgen'. Rojer schetst overigens een niet al te eenvoudig beeld van cao's, de onderhandelingen daarover, zoals nu voor de bouw-sector worden gevoerd, en het bijbehorende machtsspel. "Die cao's komen tot stand na onderhandelingen tussen werknemers en werkgevers. Die hebben beiden vaak zo'n twintig tot dertig wensen en die moeten worden uitonderhandeld. En dan kan het zo zijn, dat in de taxibranche een afspraak in de cao is terechtgekomen die een maximum van 15% aan uitzendkrachten stelt. Daar zijn de werkgevers het dus mee eens, terwijl die doorgaans een voorstander zijn van de ruime inzet van uitzendkrachten", aldus Rojer, voor de ABU tevens manager Arbeidsvoorwaarden en Juridische zaken. "Het punt bij artikel 4 is ook dat het alleen een sociaal aspect dient en wij zouden heel graag ook het economische aspect erbij betrokken zien.
Na het advies van 20 november volgt de uitspraak van Het Europees Hof van Justitie begin 2015. Als die uitspraak positief is, zou dat het instrument kunnen worden waarmee andere beperkingen kunnen verdwijnen." Het debat over beperkingen en de uitzendrichtlijn grijpt terug op oktober 2008. Toen keurde het Europees Parlement een Europese richtlijn met betrekking tot uitzendarbeid goed. Deze Europese richtlijn, waarover al sinds 2002 werd gediscussieerd, stelde gezamenlijke regels vast in relatie tot het zogeheten statuut en de bescherming van de uitzendkrachten. Het Europees Parlement wilde toen dat de lidstaten, na raadpleging van de sociale partners, de beperkingen en verbodsbepalingen op uitzendarbeid onderzoeken, om na te gaan of deze wel nodig en gewettigd zijn. Als dat niet het geval was dan verplichtte de richtlijn de lidstaten deze op te heffen. Lidstaten kregen vanaf 1 januari van 2009 3 jaar de tijd om de richtlijnen te bestuderen en uit te voeren. "Nu is het met die bescherming goed in orde, tot gelijke betaling aan toe, maar met betrekking tot de belemmeringen is nog een weg te gaan. De minister verwijst overigens naar de Stichting van de Arbeid die hier mee belast is. Strikt genomen heeft hij daarin gelijk. Maar Asscher heeft wel een instrument in handen om belemmeringen weg te nemen en dat is de algemeenverbindendverklaring (AVV) van cao-afspraken. Asscher kan de cao's op inhoud toetsen, marginaal, maar het kan en daar heeft hij zelf de zeggenschap over. Hij hanteert zijn eigen toetsingskader, waarbij de rechtmatige belangen van derden niet mogen worden geschaad," legt Rojer uit. De Abu kan in dat proces bedenkingen indienen, heeft dat ook gedaan, met als resultaat dat de cao al is aangepast voor de schoonmaak- en zuivelbranche. Het is van groot belang hoe de uitspraak van het Hof straks precies luidt. Die bepaalt hoe het juridisch in Nederland verder wordt vastgelegd. "Wij hopen dat de Finse zaak een doorbraak forceert en model komt te staan. Als het Hof de bezwaren tegen de belemmeringen goedkeurt, kunnen we de belemmeringen aanvechten bij de werkgevers en krijgt het een preventieve werking. Het biedt uitzendorganisaties bovendien juridisch houvast. We kunnen dan onze leden aanspreken beperkingen te melden, zoals nu ook al gebeurt, maar de Abu is zich er ook van bewust dat in dat geval niet alles in e e n keer gaat, " aldus Rojer. Werkgeversorganisatie VNO-NCW zegt in een reactie tegen Dow Jones Nieuwsdienst "de ABU te steunen. "Wat de ABU wil past in het economisch beeld. Het is voor bedrijven, die natuurlijk zelf verantwoordelijk zijn voor de inrichting van hun bedrijfsvoering, goed om snel in te spelen op veranderingen", aldus woordvoerder Roelf van der Kooij. CNV Vakmensen onderschrijft in Europees verband de stelling dat belemmeringen met betrekking tot uitzendkrachten niet in cao's thuishoren, maar bestuurder Henri Stroek geeft ook aan het belang van de inzet van uitzendkrachten in Nederland zeer beperkt te onderkennen. "We lopen in Nederland ten opzichte van het buitenland veel te veel uit de pas", aldus Stroek tegen Dow Jones Nieuwsdienst. Minister Asscher heeft op de herhaling van de ABU nog geen reactie gegeven, omdat het in dit verband om een advies aan het Hof gaat. Pas als er een uitspraak op tafel ligt kan een reactie tegemoet worden gezien. Door Andre Sterk; Dow Jones Nieuwsdienst;
andre.sterk@wsj.com; +31-20-571 5201 (END) Dow Jones NewswiresDecember 04, 2014 07:57 ET (12:57 GMT)