Overweegt u uw conventionele beleggingsfondsen in te ruilen voor duurzame fondsen, maar baren potentiële verschillen in rendement u zorgen? Morningstar onderwierp conventionele en duurzame fondsen aan een vergelijking op basis van vier factorblootstellingen die in belangrijke mate de prestaties van een fonds kunnen bepalen.
Veel beleggers zijn de afgelopen jaren overgestapt van conventionele naar duurzame fondsen. Echter, er zijn ook nog veel beleggers die hun twijfels hebben. Dat is goed terug te zien in de geldstromen naar duurzame fondsen die de laatste tijd zijn opgedroogd. Zorgen dat duurzaam beleggen ten koste gaat van het rendement, is een veel gehoord argument om niet te switchen.
Een belangrijke oorzaak voor mogelijke rendementsverchillen kan worden gevonden in potentiële discrepanties in factorblootstellingen tussen conventionele en duurzame portefeuilles, bijvoorbeeld op het gebied van beleggingsstijl of sector allocaties. In een recent onderzoek van Morningstar werd gekeken naar dergelijke verschillen in belangrijke rendementsdrivers. Daarbij werden conventionele en duurzame fondsen met elkaar vergeleken in de Morningstar categorieën aandelen Europa large-cap gemengd, aandelen emerging markets, aandelen VS large-cap gemengd en aandelen wereldwijd large-cap gemengd en werd er tevens onderscheid gemaakt tussen actief en passief beheerde producten.
Duurzame fondsen beleggen minder vaak in de allergrootste bedrijven
De eerste factorblootstellingen die onder de loep werden genomen waren beleggingsstijl en de blootstelling aan de diverse marktkapitalisatie segmenten. Actieve duurzame fondsen blijken een lichte hang te hebben naar groeiaandelen. Deze bias werd met name waargenomen binnen de categorie voor opkomende landen, terwijl de stijlvoorkeur minder sterk was binnen de categorieën Amerikaanse, Europese en wereldwijde aandelen.
Dit is deels te verklaren door het feit dat Morningstar bij het samenstellen van deze categorieën rekening houdt met de stijl van de fondsen, terwijl de categorie voor emerging markets fondsen omvat met verschillende beleggingsstijlen. Daarnaast belegden duurzame fondsen minder vaak in de allergrootste bedrijven, zonder dat dit leidde tot een uitgesproken hang naar kleinere marktkapitalisaties.
Passieve duurzame fondsen gaven een veel diverser beeld in termen van stijl en marktkapitalisaties dan hun conventionele tegenhangers. Dit is grotendeels te verklaren uit het feit dat conventionele trackers in een meerderheid van de gevallen de MSCI World-index volgen, terwijl de verscheidenheid in gebruikte indices onder passieve duurzame fondsen vele malen groter is. Dit leidt uiteindelijk tot een consistente, doch lichte, voorkeur voor groeiaandelen en een gematigde neiging naar kleinere aandelen, met name binnen de Europese en wereldwijde aandelencategorieën.
Onderwogen in de energiesector
Wat de sectorallocatie betreft, is de algemene verwachting dat duurzame fondsen onderwogen zijn in de energiesector. En dat is precies wat het onderzoek uitwees. Hoewel met name actieve duurzame Europese aandelenfondsen nog steeds enige allocatie aan de sector blijken te hebben, kan worden gesteld dat duurzame fondsen, zowel actief als passief, niet of nauwelijks en in ieder geval aanzienlijk minder belegd zijn in deze sector.
Daarentegen bestaat er onder duurzame fondsen een lichte voorkeur voor de sector gezondheidszorg, die vooral werd aangetroffen onder actieve fondsen en in iets mindere mate bij indexvolgende fondsen. Technologieaandelen zijn een andere favoriet onder duurzame fondsen. Zelfs in de categorieën voor Amerikaanse en wereldwijde aandelen werd een bias naar een overweging voor deze sector aangetroffen. Dat geeft te denken dat deze sector al behoorlijk dominant is onder conventionele fondsen, dus deze bias draagt bij aan sectorconcentratierisico's. De twee genoemde categorieën laten daarbij gemiddelde allocaties naar de technologiesector zien die de 30% overstijgen.
Minder belegd in Aziatische aandelen
Het laatste aspect dat werd bekeken is de regionale allocatie, waarbij de focus lag op wereldwijde aandelencategorie omdat de meeste regio’s beslaat. Hieruit bleek dat duurzame actieve en passieve fondsen een lichte overweging hebben naar Amerikaanse aandelen in vergelijking met conventionele fondsen. Aan de andere kant wordt relatief minder belegd in Aziatische aandelen, vooral in opkomend Azië, wat zich ook vertaalt in een onderweging van opkomende markten.
Samenvattend kan worden gesteld dat duurzame fondsen een aantal biases vertonen ten opzichte van conventionele fondsen. Morningstar’s onderzoek wees uit dat duurzame fondsen een lichte hang naar groeiaandelen hebben, over het algemeen minder beleggen in de allergrootste bedrijven, de energiesector onderwegen, terwijl de sectoren gezondheidszorg en technologie worden overwogen.
Ten slotte dat wereldwijde aandelenfondsen meer belegd zijn in Amerikaanse aandelen ten koste van aandelen uit opkomende landen. In zijn algemeenheid kan echter worden gesteld dat de biases gematigd zijn. Dat is een bemoedigende conclusie voor beleggers die nog twijfelen of ze hun conventionele fondsen willen omruilen voor duurzame fondsen.
Ronald van Genderen, CFA
is fondsanalist bij Morningstar Benelux