voda schreef:
De financiële sector ligt onder vuur. Dat geldt ook voor de pensioenadviseurs die met name opereren in het MKB. Deze adviseurs zullen kritischer moeten worden op hun eigen positie en zich bijtijds moeten realiseren dat hun eigen kennis tekortschiet. Het tijdig inschakelen van een specialist is beter voor de klant, maar ook beter voor de adviseur en diens relatie met de klant.
‘In de beeldvorming bent u een leeggelopen mens die kaduuk op de grond ligt’
Met die zin, refererend aan een artikel van het FD van 31 oktober opende Theodor Kockelkoren van AFM op 4 november zijn toespraak op het Strategieplatform Banken en Verzekeraars te Sint Michielsgestel. Al eerder dit jaar gaf AFM in een persbericht van te kennen dat de financieel dienstverleners die de MKB-ondernemers over pensioen moeten adviseren, over het algemeen onvoldoende deskundig zijn.
MKB-ondernemer afhankelijk van pensioenadviseur
Vaak is zo’n MKB-onderneming aangesloten bij een bedrijfstakpensioenfonds waarbij de pensioenregeling op collectief niveau wordt vastgesteld. Daarmee wordt de inhoud geregeld door deskundigen van werkgevers- en werknemersorganisaties. Bovendien fungeert het pensioenfonds als aanspreekpunt voor individuele werkgevers.
Als er echter geen regeling op bedrijfstakniveau is, zal de werkgever zelf een pensioenregeling met zijn werknemers overeen moeten komen om deze vervolgens onder te brengen bij een verzekeraar. Goede advisering is juist voor het MKB van groot belang. MKB-ondernemingen hebben immers meestal niet de omvang om eigen pensioenspecialisten in dienst te hebben. Juist dan treedt vaak een tussenpersoon op als adviseur van de werkgever. Werkgever en werknemers leunen daarbij sterk op diens deskundigheid, zowel voor wat betreft de inhoud van de regeling als de uitvoering daarvan.
AFM heeft in een steekproef geconstateerd dat juist in die gevallen de deskundigheid te wensen over laat. Dat is riskant. Voor de adviseur, maar zeker ook voor de werkgever, die uiteindelijk met de gevolgen geconfronteerd wordt als hij op basis van verkeerde adviezen een besluit heeft genomen.
AFM-leidraad voor pensioenadviseurs
AFM heeft inmiddels zes delen van een ‘Leidraad tweedepijler pensioenadvisering’ uitgebracht. De leidraad zal uiteindelijk bestaan uit ongeveer tien losse afleveringen die periodiek worden gepubliceerd. Per aflevering zal telkens worden ingegaan op een specifiek onderdeel waarmee een financieel adviseur rekening kan en moet houden bij het opstellen van een tweedepijler pensioenadvies.
Daarbij wordt ingegaan op onderwerpen als de toepasselijkheid van een cao en/of bedrijfstakpensioenfonds, de wensen van de werkgever ten opzichte van de kwaliteit van de pensioenregeling en het bijstaan van werknemers bij keuzemogelijkheden in de pensioenregeling.
De bedoeling van de leidraad is dat de advisering uiteindelijk op een professioneler niveau zal plaatsvinden. Het is de vraag in hoeverre dat met zo’n leidraad zal lukken. De pensioenmaterie is inmiddels zo ingewikkeld geworden dat er een aantal specialismen (juridisch, verzekeringstechnisch en communicatief) vereist zijn om een objectief, correct en begrijpelijk advies te kunnen geven. Dat geldt temeer nu pensioen ook politiek gezien een hot issue is en de regelgeving op dit gebied steeds sneller wijzigt en ingewikkelder wordt.
Voor veel tussenpersonen is het gezien hun omvang onmogelijk om al deze specialismen aan te kunnen bieden. AFM constateert dan ook dat veel adviseurs te weinig ervaring hebben om een goed advies te kunnen geven. Dat gebrek aan ervaring wordt vaak gecompenseerd door een beroep op de deskundigheid van de verzekeraar. Is er dan nog sprake van een objectief advies? De verzekeraar zal immers alleen naar zijn eigen producten kijken. Bovendien is ook weer kennis van zaken nodig om het advies van de verzekeraar voldoende kritisch te beoordelen.
Goedkoop is vaak duurkoop
De valkuil voor de MKB-ondernemer is vaak dat hij denkt met de advisering door zijn tussenpersoon het beste uit te zijn. Deze kent immers zowel de markt als de onderneming, terwijl zijn advies vaak gratis is. Dat is makkelijk en goedkoop. Bij nader onderzoek blijkt dat echter maar beperkt waar te zijn. Het advies is alles behalve gratis, de pensioenadviseur ontvangt immers vaak provisie voor de polissen die hij afsluit. Gelukkig zijn er steeds meer adviseurs die hun advisering apart in rekening brengen bij de klant. Zo wordt in ieder geval inzichtelijk wat de kosten van het advies zijn en realiseert de ondernemer zich wellicht eerder dat hij ook daarin een keuzemogelijkheid heeft. Van de ondernemer mag verwacht worden dat hij zich kritisch opstelt ten opzichte van zijn adviseur en verder kijkt dan de kosten voor het advies. Pensioen is immers na het salaris de duurste arbeidsvoorwaarde. Een fulltime werkende werknemer werkt al snel een dag of meer per week voor zijn pensioen.
Pensioenadviseur moet grenzen kennen
Maar ook de pensioenadviseur zal zich moeten afvragen of hijzelf wel altijd de aangewezen adviseur is. De Wet op het financieel toezicht stelt immers zware eisen aan het advies en indien daaraan niet wordt voldaan, loopt de adviseur het risico dat een gedupeerde ondernemer uiteindelijk een claim neerlegt bij die adviseur. De kosten daarvan zullen vaak vele malen hoger zijn dan het bedrag dat verdiend is met het advies. Dat geldt temeer nu de hele financiële sector zwaar onder vuur ligt en het consumentenvertrouwen in die sector tot een minimum is gedaald. Een goed adviseur wordt juist gekenmerkt door het op tijd inschakelen van een specialist als de eigen kennis tekort schiet. Dat verkleint de risico’s, vergroot het vertrouwen van de klant en versterkt uiteindelijk ook de band met die klant.
Rick Crauwels is pensioenjurist bij Watson Wyatt.