ONN schreef op 24 september 2020 18:39:
Dat de zaak bij de Ondernemingskamer in Amsterdam nog altijd voortsleept, leverde merkbare irritaties op bij de diverse schuldeisers. Volgens beleggersvereniging VEB is de al ruim vier jaar lopende juridische procedure totaal ‘uit de hand gelopen’. „Dat is de minister van Financiën toe te rekenen”, stelde VEB-advocaat Jacob Cornegoor. Hij beschuldigde de bewindsman van een ‘tergende procesopstelling’ en een ‘guerrilla-procesvoering’ waarin met slepende ‘non-discussies’ geprobeerd zou worden de Ondernemingskamer ‘om de tuin te leiden’.
Uit vrees dat Den Haag na een uitspraak in cassatie gaat en de zaak zich verder voortsleept, vroeg de VEB de rechter om een vonnis uitvoerbaar bij voorraad te verklaren. Dit zou betekenen dat het vonnis ook bij hoger beroep moet worden nagekomen. Namens huidig minister Wopke Hoekstra van Financiën noemde advocaat Richard de Haan de beschuldigingen van de VEB ‘misplaatst’: „De minister werpt dit ver van zich. De coronacrisis heeft deze procedure vertraagd, niet de minister.”
Opvallend leken ook de drie deskundigen zich te ergeren aan de kritiek van de minister over hun onderzoeken. Een verzoek om voor het vaststellen van de overgebleven waarde na een faillissement opnieuw te kijken naar de zogenoemde loan tapes, waarin een bank de status en kwaliteit van het leningboek bijhoudt, had volgens hen ‘geen toegevoegde waarde’.