matad schreef op 4 juli 2022 13:15:
Op een koude zaterdag was ik op weg naar een bevriende effectenmakelaar in Moskou. Aleksej mijn chauffeur reed stevig door en Jelena, mijn vriendin en ik zaten op de achterbank. Toen de auto het laatste stuk van de weg naderde die naar de tennishal leidde, zag ik midden op straat een groot, donker voorwerp liggen. Auto’s weken uit naar links en rechts om er niet tegenaan te rijden. Ik dacht dat het een linnen zak was die van een vrachtwagen was gevallen, maar toen we dichterbij kwamen, zag ik dat het geen zak was maar een man. “Aleksej, stop” riep ik. Hij zei geen woord en uit niets was op te maken dat hij vaart minderde. “Stoppen verdomme!” foeterde ik en hij hield met tegenzin halt bij de man. Ik opende mijn portier en sprong uit de auto.Jelena volgde en toen Aleksej zag dat er geen uitweg was uit deze situatie, stapte hij ook uit. Auto’s zoefden voorbij en claxonneerden driftig. Ik knielde neer naast de man. Hij bloedde niet maar was buiten bewustzijn en ik zag dat hij trilde en dat er schuim uit zijn mond borrelde. Ik wist niet wat e was gebeurd maar hij was tenminste nog in leven. Ik boog voorover en schoof mijn arm onder een van zijn schouders. Aleksej pakte hem bij de andere schouder en Jelena greep zijn voeten, waarna we hem samen naar de kant van de weg droegen. Op het trottoir vonden we een zachte sneeuwhoop waarop we hem voorzichtig neerlegden. Hij begon bij te komen. “Epilepsia,” hoorden we hem mompelen. “Epilepsia”. “Het komt goed met je”, zei Jelena tegen hem in het Russisch terwijl ze hem op zijn arm klopte. Waarschijnlijk had iemand een alarmnummer gebeld, want net op dat moment arriveerden drie politieauto’s.