Lamsrust schreef op 16 juni 2019 14:43:
[...]De voorraad wordt niet hoger gewaardeerd dan de kostprijs, dus het klopt dat deze opwaardering niet zichtbaar was. Wat we wel niet moeten vergeten is dat de EBITDA 2018 opwaarts beïnvloed is door de stijgende vanadiumprijzen en wel op twee manieren: i) absolute stijging verkoopprijs verkocht product (ervan uitgaande dat die contractueel niet is vastgelegd) en ii) relatief minder sterke stijging inkoopwaarde van het verkocht product; in 2018 is namelijk de voorraad verkocht die eind 2017 “goedkoop” in de boeken stond. De eenmalige afboekingen op de voorraad dienen derhalve eerder gezien te worden als een correctie op de EBITDA 2018 dan op de EBITDA 2019. Sterker nog, door het voorraad effect leidt een stijgende vanadiumprijs tot een extra stijging van de EBITDA en een dalende vanadiumprijs tot een extra daling van de EBITDA, omdat de “dure voorraad” dan pas als kostprijs van de (in absolute prijzen lagere) verkopen wordt verwerkt.
Dit cyclische effect op de EBITDA zou te voorkomen doordat AMG zich tegen de prijsfluctuaties van de voorraad vanadium indekt middels een vanadium future oid. Maar uit de jaarrekening 2018 begrijp ik dat die in de markt niet beschikbaar zijn. In de jaarrekening wordt door de accountant overigens al expliciet gewaarschuwd voor het risico op afwaardering van de voorraad tgv prijsfluctuaties.
Eigenlijk zou AMG een boekhouder moeten vragen om genormaliseerde EBITDA berekening te maken waarin dit voorraadeffect geëlimineerd wordt. Mijn inziens zou de uitkomst hiervan zijn dat de EBITDA 2018 neerwaarts moet worden aangepast en de toekomstige EBITDA 2019 opwaarts.