Beleggen.nl Markt MonitorMarkt Monitor

Koffiekamer Terug naar discussie overzicht

Inflatie of Deflatie?

98 Posts
Pagina: «« 1 2 3 4 5 | Laatste | Omlaag ↓
  1. [verwijderd] 6 september 2010 11:27
    ik heb even gegoogelt en kwam dit tegen :

    Profiteer van de inflatie met obligaties, swaps, caps en floors.

    als het nu niet lukt dan lukt het nooit meer.
  2. [verwijderd] 6 september 2010 11:28
    Inflatie is van alle tijden. Dat geldt ook voor inflatieproducten.

    In dit artikel gaat consultant Rogier Galesloot in op de geschiedenis van inflatieproducten. Ook laat hij zien hoe inflatieobligaties, swaps en caps/floors interessant kunnen zijn voor elke organisatie of instelling die zich wil indekken tegen de stijging van het algemene prijspeil.

    Vroeger liep de inflatie in de tientallen procenten en er zijn tijden zoals deze, waarin de inflatie zelfs negatief is. Bij langdurige periodes van extreem hoge of lage inflatie, gaat de consument dat op den duur in de portemonnee merken. Bedrijven en overheden hebben veel last van inflatie doordat de inkomende en uitgaande kasstromen afhankelijk zijn van inflatie. Denk bijvoorbeeld aan huren, benzine- en grondstofprijzen. Voor het indekken tegen dit inflatierisico zijn er tal van inflatieproducten beschikbaar.

    Inflatieproducten bestaan al sinds de Amerikaanse Onafhankelijksoorlog (1775 – 1783). Tijdens deze oorlog heerste er in Amerika een enorm hoge (oorlogs)inflatie. Dit had tot gevolg dat er onder Amerikaanse soldaten onvrede ontstond over de daling van hun koopkracht. De staat Massachusetts besloot daarop om inflatieobligaties uit te geven. Door de aankoop van deze stukken konden de soldaten zich verzekeren van een constant koopkrachtniveau. Toen de oorlog en de bijbehorende hoge inflatie achter de rug waren, raakten deze obligaties weer in de vergetelheid. Pas in de jaren tachtig van de vorige eeuw werden er weer inflatieproducten uitgegeven. Dit keer door de Britse overheid in de vorm van inflatieobligaties.

    Deze producten waren bedoeld voor pensioenfondsen die zich ermee in konden dekken tegen stijgende pensioenen door inflatie. In de jaren daarna is de inflatiemarkt sterk gegroeid. Tegenwoordig worden er in meer dan veertig landen inflatieobligaties uitgegeven en wordt er ook uitvoerig gehandeld in inflatiederivaten, zoals opties. In 2008 stond er wereldwijd voor meer dan USD 1.500 miljard uit aan inflatieobligaties.

  3. [verwijderd] 6 september 2010 11:32
    Voor wie is het interessant?
    Inflatieproducten kunnen voor elke organisatie interessant zijn. Wanneer inkomsten of uitgaven afhankelijk zijn van inflatie, kan een inflatieproduct, een obligatie of een derivaat, gebruikt worden als bescherming tegen inflatierisico. Gestegen prijzen worden hiermee gecompenseerd. Een organisatie die huren ontvangt zou bijvoorbeeld een inflatieswap kunnen gebruiken om onzekere huurinkomsten in de toekomst uit te wisselen tegen een zekere vaste kasstroom. Zo kan de organisatie haar langetermijnvisie baseren op een serie vaststaande, toekomstige kasstromen.

    Inflatieobligaties
    Een groot verschil tussen een conventionele obligatie en een inflatieobligatie is dat de hoofdsom of de couponwaarde in de laatste groep wordt geïndexeerd voor de inflatie. In plaats van de hoofdsom wordt de initiële hoofdsom, plus de inflatie uit die periode terugbetaald aan het einde van de looptijd. Of er wordt een jaarlijks geïndexeerde coupon betaald in plaats van een constante couponwaarde.

    Een voorbeeld van zo’n product is de eerder genoemde inflatieobligatie die uitgegeven wordt door de Britse overheid. De hoofdsom van deze obligatie wordt elke periode geïndexeerd met de jaar-op-jaar verandering van de Britse Consumentenprijsindex (CPI). Hierdoor heeft de obligatie aan het einde van de looptijd dezelfde reële waarde als bij aanvang.

    Inflatieswaps
    In een inflatieswap wordt (meestal) een vaste vergoeding uitgewisseld tegen een inflatiepercentage. Dit percentage wordt wederom berekend aan de hand van CPI, dit gebeurt door de CPI ten tijde van een kasstroom te delen door een contractueel vastgesteld CPI basisniveau. Ook kunnen er uit de CPI forward curve jaarlijkse verwachte inflatiepercentages gedestilleerd worden.

    De structuur van een inflatieswap is te zien in figuur 1. Een inflatieswap kan gebruikt worden om de onzekerheid van inflatie-afhankelijke kasstromen uit te wisselen tegen een zekere vaste kasstroom.

    Inflatiecaps en inflatiefloors
    Een inflatiecap of inflatiefloor is een afgeleid derivaat dat gebaseerd is op de inflatie. Dit type product kan gebruikt worden ter bescherming tegen hoge dan wel lage inflatie. Een cap genereert kasstromen als de inflatie boven een bepaald percentage uitkomt, de strike. Een floor genereert juist kasstromen als de inflatie onder een bepaald niveau uitkomt. Voor deze categorie wordt vaak een strike rate gebruikt van 0%, als bescherming tegen deflatie.

    Inflatiecaps en inflatiefloors kunnen gezien worden als opties op inflatie. Een cap kan een bruikbaar instrument zijn wanneer inkomsten lijden onder inflatie, bijvoorbeeld huren. Bij een stijging van de inflatie, verlies je koopkracht. Dit verlies kan gecompenseerd worden met inkomsten uit het cap contract.

    Waardering
    In de voorgaande paragrafen is het begrip CPI meermaals gevallen. Deze index wordt gebruikt in de bepaling van de hoogte van de kasstromen. Wanneer een inflatieproduct uitgegeven wordt dat gebaseerd is op de Europese inflatie dan dient de Europese CPI te worden gebruikt. In figuur 2 zijn de jaarlijkse CPI-percentages te zien. Het is te zien dat er, zelfs binnen Europa, toch behoorlijk wat verschillen te zien zijn in de inflatie.

    Wat wel duidelijk wordt, is dat de inflatie van de EU, net als de Nederlandse en Duitse inflatie, richting de 2% tendeert, wat het lange termijn inflatiedoel voor landen binnen de EU is.

    De waardering van inflatiederivaten is gebaseerd op de theorie van de waardering van een rentederivaat. Om een rentederivaat te waarderen wordt er gebruikt gemaakt van de forward rente curve. Bij de waardering van een inflatiederivaat is er een forward CPI curve nodig. Gebaseerd op deze curve worden de toekomstige kasstromen, risico-neutraal, bepaald.

    Het nadeel van de forward CPI curve is dat deze alleen beschikbaar is in landen waar voldoende inflatieobligaties worden uitgegeven. Op dit moment zijn er naast de Europese Unie maar zes landen in de wereld waar de inflatiemarkt dusdanig liquide is dat er ook een CPI forward curve bestaat. Dit zijn het Verenigd Koninkrijk, de Verenigde Staten, Frankrijk, Japan, Australië en Italië.

    Als voorbeeld wordt een inflatieswap gebaseerd op de Europese inflatie gewaardeerd. Partij A betaalt één keer per jaar de inflatie aan partij B. In ruil daarvoor betaalt partij B een vaste vergoeding van 2% van de hoofdsom, oftewel EUR 1 miljoen, zie kolom C in Tabel 1.

    Eerst dient er een forward inflatie curve geconstrueerd te worden. Hiervoor kan de forward CPI curve gebruikt worden, zie kolom E. Aan de hand van de forward CPI curve worden de inflatiepercentages berekend. De CPI op 31 december 2009 noteerde 107,51.
    Vervolgens wordt een verdisconteringscurve geconstrueerd, kolom D. Al naar gelang de betalingsfrequentie kan er gekozen worden voor 1 maands, 3 maands of 6 maands curve.
    Aan de hand van de gegevens uit punt 1 worden de onzekere kasstromen geschat, zie kolom G.
    Met behulp van de disconteringfactoren uit punt 2 wordt de contante waarde (CW) van de kasstromen berekend, zie kolom H en I. In dit geval wordt de 6 maands curve gebruikt.
    Het verschil tussen deze marktwaarde en de marktwaarde van de vaste poot, resulteert in de netto contante waarde van de swap. Dit komt neer op een netto contante waarde van EUR 1.848,00. Dit product heeft dus op dit moment een positieve marktwaarde voor de inflatiebetaler.
    Illiquide Markten
    Voor veel landen is er geen liquide inflatieobligatiemarkt. De afwezigheid van deze markt maakt het moeilijk om de derivaten gebaseerd op die inflatie te waarderen. In de scriptie die ten grondslag ligt aan dit artikel wordt dit probleem op een theoretische manier bekeken. Om het te bekijken vanuit een praktisch oogpunt; voor landen die de euro als betalingsmiddel gebruiken is er een voor de hand liggende oplossing.

    De Europese inflatie kan gebruikt worden als proxy voor de binnenlandse, illiquide, inflatiemarkt. Voor landen waar een andere valuta wordt gehanteerd, ligt de situatie een stuk gecompliceerder. Om dit probleem praktisch te lijf te gaan, kan het best gekeken worden naar de historische correlaties van de munt en de inflatie met de verschillende liquide markten.
  4. [verwijderd] 6 september 2010 13:28
    Via swaps toekomstige kasstromen indekken tegen inflatie

    De vraag naar instrumenten om inflatierisico's te beheersen of af te dekken neemt de laatste jaren toe. De meeste traditionele afgeleide producten (derivaten) of aan inflatie gekoppelde obligaties bieden niet altijd de ideale of meest flexibele oplossing. Een instrument dat wel een oplossing biedt, is de inflatieswap.

    De aan de inflatie gekoppelde swap is een uitwisseling van geldstromen die gebaseerd is op een index ('over-the-counter') tussen twee contractpartijen.

    Zij komen overeen om één of meer geldstromen in de toekomst met elkaar uit te wisselen. De kasstromen die de ene partij ontvangt - de verkoper van inflatie - worden vastgesteld bij het sluiten van het contract. Het zijn zogenaamde fixed rate payments.

    De kasstromen die de andere partij ontvangt - de koper van inflatie - zijn nog onbekend wanneer de partijen het contract aangaan. Deze kasstromen hangen af van de ontwikkeling van een afgesproken prijsindex. Het zijn zogenaamde inflation linked payments.

    Overheden, nutsbedrijven, vastgoedondernemingen en distributiebedrijven hebben inkomsten die oplopen bij een hoge inflatie. Verzekeraars, pensioenfondsen en investeerders hebben voordeel bij een lage inflatie. Een stijgende inflatie betekent voor de eerste groep dat hun winst stijgt, en voor de laatste groep dat hun winstmarge krimpt. Zo ontstaat er een potentiële markt van 'kopers' en 'verkopers' van inflatie.

    Over-the-counter contract
    De inflatie-index die de markt als referentie gebruikt voor inflatieswaps in de eurozone, is de Harmonised European Inflation of HICPXT-index, gepubliceerd door het statistische bureau Eurostat. De HICPXT-index behoort tot de meest liquide indices. In de praktijk hanteren partijen ook andere - soms landelijke - indices.

    Voorbeeld
    Twee partijen A en B komen een zevenjaars zero-coupon-inflatieswap (de standaard in de interbancaire markt) overeen. Deze inflatieswap heeft een vaste inflatievoet van 2,06%, gebaseerd op de HICPXT-index. De datum van de transactie is 2 juni 2006. Het nominale bedrag bedraagt EUR 10 miljoen.

    Partij A, de inflatieverkoper, betaalt op 6 juni 2013 een geldstroom die gebaseerd is op twee inflatie-indices: [HICPXT maart 2013 / HICPXT maart 2006 - 1] x EUR 10 mio

    Partij B betaalt op 6 juni 2013 een vaste geldstroom van: [(1 + 2.06%)7 - 1] x EUR 10 mio = EUR 1,534,239

    Partij A ontvangt de vaste geldstroom en betaalt een variabele geldstroom op grond van de werkelijke inflatie over deze periode van zeven jaar.

    Als de ontwikkeling van de werkelijke inflatie lager is dan 2,06%, maakt partij A - verkoper van inflatie - winst.
    Als de ontwikkeling van de werkelijke inflatie hoger is dan 2,06%, maakt partij B - koper van inflatie - winst.

    Kopers van inflatie
    Welke ondernemingen en organisaties lopen inkomstenverlies op als de werkelijke inflatie stijgt? Dat zijn hoofdzakelijk verzekeringsmaatschappijen en pensioenfondsen. De verplichtingen tegenover verzekerden en pensioengerechtigden stijgen immers volgens het inflatietempo. Wat een levensverzekeraar verliest door oplopende inflatie, kan hij compenseren door inflatie te kopen.

    Ook schadeverzekeraars zijn kopers van inflatie. Zij verzekeren bijvoorbeeld het geïndexeerde inkomen van werknemers na een werkongeval. Door inflatie aan te kopen in een inflatieswap, kunnen zij de toekomstige verplichtingen en uitkeringen indekken die gekoppeld zijn aan de prijsindex.

    Overige kopers van inflatie zijn investeerders die bijvoorbeeld hun koopkracht wensen veilig te stellen of hun beleggingsportefeuille portefeuille willen spreiden.

    Verkopers van inflatie
    Welke ondernemingen en organisaties lijden verlies als de werkelijke inflatie daalt? Overheden, nutsbedrijven, vastgoedbedrijven, distributiebedrijven en overheidsbedrijven (zoals de BBC in Groot-Brittannië) zijn typische verkopers van inflatie. Hun inkomsten zijn gekoppeld aan de inflatie, terwijl hun uitgaven dat niet of in mindere mate zijn. Veelal bestaat bij hen een discrepantie tussen activa en passiva.

    Door inflatie te verkopen in een inflatieswap, kunnen zij de toekomstige inkomsten beschermen die gekoppeld zijn aan inflatie.

    Soorten inflatieswaps
    Inflatieswaps bestaan in diverse vormen. Omdat het gaat om een over-the-counter-contract, is elke denkbare afgeleide vorm in principe mogelijk.

    De drie meest courante vormen zijn:

    De standaard interbank inflatieswap of de zero-coupon-inflatieswap.
    De kasstroomuitwisselingen vinden plaats op de vervaldag. De inflatieswap keert de exacte waarde van de cumulatieve inflatie uit over een vaste hoofdsom voor een langere periode. Deze inflatieswap past goed bij een beleggingsmix die erop is gericht verplichtingen op de lange termijn, die aan de inflatie zijn gerelateerd, na te komen.
    De year-on-year-inflatieswap
    Bij deze swap is de jaarlijkse inflatie de basis. Er is geen sprake van een gecumuleerde inflatie. Deze structuur leent zich goed voor de bescherming van de jaarlijkse geldstroom.
    De inflation income-swap
    Met de inflation income-swap wisselen partijen twee kasstromen uit, die elk de inflatie-index volgen. De ene partij betaalt jaarlijks een vaste inflatiestijging over de periode van het contract. De andere partij betaalt het reële inflatieverloop over de periode van het contract.

    De inflation income-swap bestaat eigenlijk uit een reeks zero-coupon-swaps. Inflatieswaps zijn inmiddels een, op Europees niveau, volwassen afgeleid product. Zij zijn beschikbaar in diverse structuren beschikbaar. Op de markt voor deze swaps is voldoende volume beschikbaar en liquiditeit aanwezig.
  5. [verwijderd] 7 september 2010 00:20
    24 aug 2010, 08:31

    Inflatie-gerelateerde obligaties

    AMSTERDAM - Regelmatig krijg ik de vraag of de zogenaamde inflation linked bonds een goede belegging zijn voor particulieren beleggers. Inflation linked bonds zijn obligaties, meestal uitgegeven door de staat, die de belegger een bescherming bieden tegen inflatie.

    De jaarlijkse inflatie wordt verrekend met de nominale waarde van de obligatie. Een rekenvoorbeeld. Heeft een obligatie een nominale waarde van 1000 euro en de inflatie is 2% dan stijgt de nominale waarde naar 1020 euro in jaar twee, is de inflatie in jaar 2 weer 2%, dan stijgt de nominale waarde naar 1040,40 in jaar 3 enz. tot het einde van de looptijd.

    De coupon wordt berekend over de nominale waarde. De variabele inflatie zie je dus terug in de nominale waarde en niet in de vaste coupon. Is er sprake van deflatie dan gaat dit dus van de nominale waarde af . Het nadeel van deze obligaties is de relatief lage coupon en dus het relatief lage jaarlijkse inkomen.

    Ik ben nooit een voorstander geweest van dit soort bonds in een particuliere portefeuille, mede vanwege het gemis aan jaarlijks inkomen. Je moet de obligatie laten aflossen of tussentijds verkopen om de inflatie binnen te krijgen.

    De meest recente lening van de Franse overheid in dit type lening heeft een 1,1% coupon op een koers van 99%. Door het inzakken van de rente verandert de zaak, want op 10 jaar Nederlandse staatslening krijg je nu ook nog maar 2,45% . De mindere coupon van zo’n grof weg 1,5% is acceptabel in de huidige markt omstandigheden met een duidelijke inflatoire rente politiek van de ECB en FED.

    Hou er wel rekening mee dat de opdracht van de ECB is om de geldontwaarding tegen te gaan. Hun doel is een inflatie van rond de 2%, dus de ECB doet er alles aan om U tegen te werken als de obligatie echt waarde gaat krijgen. De obligaties zijn op het moment relatief duur, aangezien er de komende jaren een hogere inflatie verwacht wordt. Toch een leuk product om je portefeuille te beschermen.

    Existing home sales en het cijfer over het consumenten vertrouwen bepalen het beeld vanmiddag in Amerika. De eurozone moet het doen met nieuwe industrie orders. Jaar tegen jaar een stijging van 24% verwacht na 23% vorige maand. Duitsland kwam met een hele rits cijfers, allemaal een beetje in lijn met de verwachtingen alleen de bouwsector blijft weer wat achter. Obligatiekoersen zijn iets hoger vandaag en het gaat er uitzien als een rustige dag.
  6. [verwijderd] 7 september 2010 00:25
    Inflatiegelinkte obligaties – momenteel niet interessant

    Nogal wat beleggers vrezen dat de fors gestegen schuldenberg bij de overheden onvermijdelijk tot een sterke stijging van de inflatie zal leiden. Deze vrees is, zeker de komende twee jaar, onterecht. Vandaar ook dat inflatiegelinkte obligaties op dit moment niet interessant zijn.



    Kristof Wauters, Investment Specialist Fixed Income and Forex



    Een ontsporende inflatie is de vijand nummer 1 van obligaties met een vaste coupon. Een obligatie met een coupon van 4% en een looptijd van 10 jaar is aantrekkelijk bij een inflatie van 1%, maar verliest heel wat van zijn pluimen als de inflatie enkele jaren later is opgelopen tot 7%. De coupon is immers nog steeds 4% waardoor er eigenlijk een koopkrachtverlies van 3% optreedt. Inflatiegelinkte obligaties kunnen bescherming bieden tegen een dergelijke uitholling van de koopkracht, maar het is belangrijk om deze bescherming op het juiste moment te kopen.



    Hoe werkt een inflatiegelinkte obligatie?



    Bij inflatiegelinkte obligaties is de hoofdsom geïndexeerd en wordt de coupon telkens berekend op deze geïndexeerde hoofdsom. Belangrijk is ook om te benadrukken dat de hoofdsom in het zeldzame geval van deflatie (een daling van het prijspeil) op eindvervaldag niet kan zakken onder de startwaarde (een tussentijdse daling is wel mogelijk).



    Een voorbeeld:

    Een inflatiegelinkte obligatie met een coupon van 1% in een jaar waarin de werkelijke inflatie 2% bedraagt, zal een return geven van 3,02%, nl. 1% x 102% + 2%. Wat de fiscaliteit betreft betalen Belgische particulieren 15% roerende voorheffing op de coupon en op het verschil tussen de oorspronkelijke en de geïndexeerde hoofdsom.



    De emittenten van inflatiegelinkte obligaties zijn quasi altijd overheden en banken. In EUR zijn vooral Duitsland en Frankrijk actief op deze markt. In USD gaat het om TIPS (treasury inflation protected securities). Welke onderliggende index gebruikt wordt, hangt af van de keuze van de emittent. Zo volgen de inflatiegelinkte obligaties die uitgegeven worden door de Franse overheid (zogenaamde OATi's) ofwel de EU HICP1 excl. tabak, ofwel de Franse CPI excl. tabak.



    Bij inflatiegelinkte obligaties is het begrip ‘break-even inflatie' cruciaal. Dit is het rendementsverschil tussen inflatiegelinkte obligaties en ‘gewone' obligaties (met dezelfde looptijd en dezelfde uitgever). De aankoop van inflatiegelinkte obligaties is pas interessant als de (toekomstige) werkelijke inflatie hoger is dan deze BE-inflatie. Tenslotte is het niet onbelangrijk om te benadrukken dat inflatiegelinkte obligaties niet altijd even vlot verhandelbaar zijn. De liquiditeit is vaak beperkt.



    Wat zijn onze inflatieverwachtingen?



    Volgens Milton Friedman, notoir monetarist en Nobelprijswinnaar economie, staat de geldhoeveelheid in rechtstreeks verband met de inflatie. Volgens deze logica is een forse inflatieopstoot dan ook niet te vermijden. De geldhoeveelheid nam immers een hoge vlucht door het noodgedwongen soepele beleid van de ECB die aan de commerciële banken onbeperkt kredieten verleent (minstens nog tot september). De reden waarom we niet moeten vrezen voor hogere inflatie is dat deze kredieten slechts voor een klein gedeelte in de reële economie terechtkomen2. Het grootste deel wordt terug geparkeerd bij de ECB of wordt door banken in reserve gehouden ter versterking van het kernkapitaal.



    Ook andere factoren wijzen op een zeer gematigde inflatoire druk de komende jaren. De arbeidsmarkt is zwak en het ziet er niet naar uit dat hier snel verandering in zal komen. In april piekte de werkloosheidsgraad in de eurozone nog op een niveau van 10,1%. Dit betekent dat de opwaartse druk op de lonen zeer beperkt zal zijn.



    Daarnaast zijn er ook nog de draconische besparingsmaatregelen, vooral in de Zuid-Europese landen, maar ook meer en meer in de rest van de eurozone, om de schuldenberg terug te dringen. Het bevriezen of ronduit verlagen van de lonen, het optrekken van de belastingen en het snijden in de uitgaven hebben eerder een deflatoire dan een inflatoire invloed op de economie.



    Met een kerninflatie (zonder de volatiele componenten energie, voeding en drank) van minder dan 1% en povere groeivooruitzichten in de eurozone is de kans op deflatie groter dan op hyperinflatie. Geen van beide is echter ons basisscenario. Wij gaan uit van een gematigde groei en dito inflatie in de eurozone (we verwachten een algemene inflatie van 1,2% dit jaar en 1% volgend jaar).



    Conclusie: We hoeven de komende jaren niet te vrezen voor een forse stijging van de inflatie. De aankoop van inflatiegelinkte obligaties is op dit moment dan ook niet interessant.

    1. EU HICP: European Union Harmonized Index of Consumer Prices

    2. Het monetaire transmissiemechanisme verloopt dus niet optimaal

  7. [verwijderd] 8 september 2010 21:19
    DEFLATIE VREES STEEKT DE KOP OP

    Inflatiegeïndexeerde obligaties (IGOs) zijn de enige
    activaklasse die beleggers toelaat zich in te dekken
    tegen een verlies aan koopkracht door inflatie over de
    looptijd van de obligatie. IGOs geven naast een vast
    reëel rendement ook de gecumuleerde inflatie over
    de looptijd van de obligatie. Hoe hoger de tussentijdse
    inflatie, hoe meer de belegger zal ontvangen.

    Gedurende de looptijd van de IGO zal een daling
    (stijging) van de reële rente het rendement tussentijds
    verhogen (verlagen). Beleggers moeten evenwel
    opletten. IGOs bieden een mooie bescherming tegen
    inflatie op lange termijn. Maar historisch gezien gaan
    stijgingen in inflatie dikwijls samen met een stijging van
    de reële rente. Daardoor kunnen de rendementen op
    IGOs serieus tegenvallen. De stijging van de reële rente
    zorgt namelijk voor koersverliezen en de typisch lange
    looptijd van IGOs maakt dit effect heel belangrijk.

    Dankzij de daling van de reële rente was 2009 een
    erg goed jaar voor IGOs. Dit ondanks dalende en
    zelfs negatieve inflatiecijfers. Een mooi bewijs dat de
    rendementen van IGOs soms tegen de intuïtie ingaan.
    IGOs kunnen deze hoge rendementen niet doortrekken
    in 2010. De rendementen voor dit jaar zijn erg beperkt
    en duidelijk lager dan voor klassieke staatsobligaties.
    De inflatiecijfers zijn de voorbije manden terug aan het
    oplopen en dat kan nog duren tot het einde van het jaar.
    Daarna verwachten we opnieuw een terugval. Voor een
    ontsporing van de inflatie moeten we op korte termijn
    zeker niet vrezen. Het matige economische herstel,
    gecombineerd met een torenhoge werkloosheid, zal de
    inflatie de eerstkomende jaren laag houden. Pas vanaf
    2012 verwachten we belangrijke inflatoire effecten.
    De inflatie kan dan voor ruimere tijd boven de 2%
    uitkomen, maar een terugkeer naar de hoge inflatie
    van de jaren 70 is heel onwaarschijnlijk.

    De oprukkende deflatievrees zorgde de voorbije
    maanden voor een forse daling van de impliciete inflatie
    (een benadering van de inflatieverwachtingen). De
    verwachtingen voor de komende tien jaar daalden van
    meer dan 2% tot 1,69%. Dat betekent dat IGOs het beter
    zullen doen dan klassieke staatsobligaties wanneer de
    inflatie gemiddeld over de komende tien jaar boven
    1,69% uitkomt. De ‘impliciete inflatie’ is cruciaal voor
    het relatieve rendement van IGOs ten opzichte van
    staatsobligaties. Voor de absolute rendementen is de
    reële rente doorslaggevend. Momenteel staat die op
    1,37%, wat heel laag is naar historische normen. Het is
    wel nog geen historisch record.

    Gegeven de lage stand van de reële rente en de kans
    op koersverliezen door rentestijgingen op middellange
    termijn, blijven wij van mening dat het nu niet het
    moment is om (veel) inflatiegeïndexeerde obligaties
    in portefeuille te hebben. In relatieve termen is de
    situatie anders. Het verwachte rendement voor IGOs
    is gelijkaardig aan dat van klassieke obligaties. IGOs
    blijven ook nuttig voor lange termijn obligatiebeleggers
    die zich willen indekken tegen inflatie.
  8. [verwijderd] 8 september 2010 21:30
    Inflatie geeft de stijging van prijzen van producten en diensten weer over een bepaalde tijdsperiode. In de praktijk meten we inflatie door de prijs van een mandje van goederen aan het begin van een jaar te vergelijken met hetzelfde mandje aan het eind van dat jaar. Er wordt daarbij onderscheid gemaakt tussen inflatie inclusief voedsel en energie (de zogeheten headline-inflatie) en de inflatie exclusief voedsel en energieprijzen (de 'kerninflatie'). Dit onderscheid is in het leven geroepen omdat de prijsbewegingen van voedsel en energie nogal beweeglijk kunnen zijn. In de grafiek is de inflatie van de eurolanden weergegeven. Voor beleggers die verwachten dat de inflatie op hoge niveaus blijft, is het aantrekkelijk om te beleggen in vastrentende producten met een sterke samenhang met de inflatie-ontwikkeling. De Harmonised Index of Consumer Prices (HICP) is de inflatie-index voor euroland en is tevens de index waaraan de coupon van veel inflatie-gerelateerde obligaties gekoppeld is. Het woord ‘harmonised’ in HICP betekent dat de inflatie in elk land op dezelfde wijze wordt berekend. Hierdoor kunnen we de inflatie in de afzonderlijke landen makkelijker onderling vergelijken.

    Om te kijken of een inflatie-gerelateerde obligatie aantrekkelijk is, vergelijken we het effectieve rendement van een gewone obligatie met dat van een inflatiegerelateerde obligatie. Het rendement op een reguliere staatsobligatie, de nominale rente, bestaat uit de reële rente plus de verwachte inflatie plus de inflatierisicopremie. Het rendement op een inflatie-gerelateerde obligatie bestaat uit de reële rente plus de werkelijke inflatie. Beleggers geven bij een overstap van een staatsobligatie naar een inflatie-gerelateerde obligatie de inflatierisicopremie op in ruil voor zekerheid over de inflatievergoeding. Als beleggers gemiddeld genomen de toekomstige inflatie goed weten te voorspellen, dan leveren inflatie-gerelateerde obligaties minder rendement op dan gewone obligaties. Omdat de coupon van een inflatie-gerelateerde obligatie voortdurend wordt aangepast, is de koersgevoeligheid wel lager dan die van een gewone obligatie. De aantrekkelijkheid bepalen we met de break-even-inflatie. Deze geeft het verschil weer tussen het rendement op een gewone obligatie en dat op een inflatie-gerelateerde obligatie. Hoe lager de break-even-inflatie is, hoe lager de verwachte inflatie is (gegeven de inflatierisicopremie). Voor de Franse inflatie-gerelateerde obligaties wordt een break-even-inflatie van rond de 2,5% ingeprijsd. Dit betekent dat voor een buy-and-holdbelegger de inflatie minimaal 2,5% moet zijn, wil de inflatie-gerelateerde obligatie een hoger rendement opleveren dan een gewone obligatie. Een voorbeeld: Een gewone Franse 2012-obligatie heeft een effectief rendement van 4,89%. Daarentegen heeft de Franse inflatie-gerelateerde 2012-obligatie een effectief rendement van 2,27%. Het verschil is 2,62%; dat is dus de break-eveninflatie. De inflatie-gerelateerde obligatie van Merrill Lynch lijkt aantrekkelijk als we kijken naar effectief rendement, maar de break-even-inflatie ligt op een hoog niveau. Een gewone obligatie van Merrill Lynch is dus relatief aantrekkelijker. Een punt van aandacht: mochten de prijzen van olie en voedsel niet verder stijgen en op de huidige hoge niveaus blijven, dan zal de inflatie ook weer gaan dalen richting het niveau van de kerninflatie, die nog steeds onder de 2% ligt!

    Tekst: Gerben Peelen, senior beleggingsanalist Iris, 4 juli 2008
  9. [verwijderd] 8 september 2010 21:34
    Nominale rente, reële rente en break even inflatie

    Rente bestaat volgens de theorie van Fisher uit drie componenten:

    Nominale rente = reële rente + inflatie-vergoeding + inflatie risico premie

    De inflatievergoeding compenseert beleggers voor de geldontwaarding van de in de toekomst te ontvangen rente en hoofdsom. Daarnaast stelt de theorie dat beleggers ook een premie ontvangen voor het dragen van het inflatie-risico: het risico dat de inflatie-vergoeding achterblijft bij de daadwerkelijke inflatie.
    Bij geïndexeerde obligaties ontvangen beleggers een reële rente en de daadwerkelijk opgetreden inflatie. Op basis van verschillen in prijs en coupon tussen een geïndexeerde obligatie en de vergelijkbare nominale obligatie kan worden bepaald bij welke inflatievoet de belegger uiteindelijk hetzelfde rendement ontvangt. Deze inflatievoet wordt break-even inflatie genoemd en is gelijk aan het verschil tussen het reële effectieve rendement (rendement onafhankelijk van inflatie) op een geïndexeerde obligatie en het nominale effectieve rendement op de vergelijkbare nominale obligatie.

    Break-even inflatie = nominale effectieve rendement – reële effectieve rendement

    Voorbeeld: per 2 september 2004 was het nominale effectieve rendement op de Franse nominale staatobligatie EUR OAT 2009 3.28%, het reëele effectieve rendement op de vergelijkbare geïndexeerde obligatie EUR OATi 2009 was 1.30%, break-even inflatie was dan 1.98%.
  10. [verwijderd] 8 september 2010 21:50
    Managing the risk of inflation

    After two years of unprecedented monetary stimulus, inflation remains a key unknown facing investors into 2010 and beyond. While there are
    many solutions across asset classes to hedge against rising inflation, within fixed income most have been confined to inflation-linked Gilts.
    However, a global portfolio of inflation linked bonds can offer a better and more cost-effective means to hedge against the growing inflation risk
    facing UK investors.

    THE INFLATION OUTLOOK
    Policies used by governments to resolve the global
    credit crisis were both unprecedented and untested.
    Therefore, the implications of such enormous stimulus
    are unknown and despite inflation having stayed
    relatively contained to date, the chance of a sharp rise
    in inflation is increasingly preoccupying the minds of
    investors. In the UK, the Bank of England’s
    programme represented more than 10% of GDP, with
    the Bank buying £200 billion of Gilts. In the US, the
    numbers were even larger as a proportion of GDP and
    the US Federal Reserve Chairman Ben Bernanke
    spoke of “being very aggressive because we are
    trying to avoid deflation”.

    So where is inflation heading? Most forecasters expect inflation to stay relatively contained in the near term (see median economist inflation forecasts chart
    below). Indeed, inflation models for the major economies built by our Quantitative Research team also tend to agree with these expectations. These models
    decompose each country's price index into its basket components, and then forecast trends of the sub-components, taking into account seasonality and
    one-off price changes like tax hikes. In the short term, we see subdued inflation in core consumer prices for the next 1-2 years in the US, Japan and the
    Eurozone due to high unemployment and corresponding downward pressures on salaries, service prices and rents. However, CPI inflation will be elevated
    in early 2010 because of rising energy prices in 2009. In the UK, we see comparatively higher inflation, caused by the depreciating currency, the effects of a
    VAT hike as well as potential for further VAT hikes post election.
    The medium to longer term is where most uncertainty lies however. The commitment and speed of central banks to withdraw QE and reduce liquidity
    support, the extent of “redundant capacity” in developed economies and the external effects of China and rising commodities could all lead to sharply higher
    inflation. Therefore irrespective of the outlook for inflation currently, the extent of upside risks as well as an inability to adequately quantify the risk suggests
    that investors should ensure their portfolios are well insulated against the potential for inflation to rise sharply.

    www.fidelityinstitutional.com/assets/...
  11. [verwijderd] 7 maart 2011 20:56
    quote:

    fes schreef op 7 maart 2011 19:53:

    amgwatcher, Eib...kck. (helaas zijn sommige er al vandoor met een verdwenen alias)
    Zijn jullie er al uit...Inflatie of Deflatie?

    Al heel lang, ik zet mijn centen in op Deflatie.

    Nu hebben we even inflatie zoals net voor de vorige crisis. Maar zodra deze Kitchin cyclus voorbij is stortten de grondstofprijzen weer net zo snel in.

    En het verschil met de jaren 70 is dat de prijsstijging niet verrekent wordt in de lonen. Er is dus geen sprake van een loonprijsspiraal.
    Veel bedrijven hebben het ook heel moeilijk met het doorberekenen van de gestegen prijzen. Ze weten dat als ze de prijzen verhogen direct minder verkocht wordt.
  12. [verwijderd] 7 maart 2011 21:28
    quote:

    fes schreef op 7 maart 2011 19:53:

    amgwatcher, Eib...kck. (helaas zijn sommige er al vandoor met een verdwenen alias)
    Zijn jullie er al uit...Inflatie of Deflatie?

    He fes!

    Inflatie,no doubt,ten gevolge van geld creatie,denk ik al jaren.
    Kijk eens wat er in India,China gebeurt.Trichet wees er ook op.
    Inflation de retour.(vertaald retourtje inflatie)

    Ha die Eib.

    Ik wacht op een degelijke correctie om weer volop in de shortputs en calls te gaan. Momenteel stukken only,100% belegd.(1 index put,atm)

    ahoi,kck

    Die looneisen en subsidie-eisen,uitkerings-eisen etc. liggen er wel.Hoor het volk morren.
  13. [verwijderd] 7 maart 2011 21:55
    Nog steeds dezelfde mening Eib?
    Ondanks de enorme stijging in grondstoffen en duidelijk waarneembare inflatie.
    Strak hoor..

    amgwatcher en crackedtooth ook?
  14. [verwijderd] 7 maart 2011 21:58
    Je kan ook de kosten in een pakketje stoppen. We verkopen gewoon onze inflatie in pakketjes.
    Haha kunnen we lachen.Schijten ze gelijk 8 kleuren.
98 Posts
Pagina: «« 1 2 3 4 5 | Laatste |Omhoog ↑

Neem deel aan de discussie

Word nu gratis lid van Beleggen.nl

Al abonnee? Log in

Direct naar Forum

Zoek alfabetisch op forum

  1. A
  2. B
  3. C
  4. D
  5. E
  6. F
  7. G
  8. H
  9. I
  10. J
  11. K
  12. L
  13. M
  14. N
  15. O
  16. P
  17. Q
  18. R
  19. S
  20. T
  21. U
  22. V
  23. W
  24. X
  25. Y
  26. Z
Forum # Topics # Posts
Aalberts 466 7.007
AB InBev 2 5.494
Abionyx Pharma 2 29
Ablynx 43 13.356
ABN AMRO 1.582 51.412
ABO-Group 1 22
Acacia Pharma 9 24.692
Accell Group 151 4.132
Accentis 2 264
Accsys Technologies 23 10.558
ACCSYS TECHNOLOGIES PLC 218 11.686
Ackermans & van Haaren 1 188
ADMA Biologics 1 34
Adomos 1 126
AdUX 2 457
Adyen 14 17.679
Aedifica 3 902
Aegon 3.258 322.682
AFC Ajax 538 7.087
Affimed NV 2 6.289
ageas 5.844 109.887
Agfa-Gevaert 14 2.048
Ahold 3.538 74.327
Air France - KLM 1.025 35.011
AIRBUS 1 11
Airspray 511 1.258
Akka Technologies 1 18
AkzoNobel 467 13.036
Alfen 16 24.523
Allfunds Group 4 1.469
Almunda Professionals (vh Novisource) 651 4.251
Alpha Pro Tech 1 17
Alphabet Inc. 1 405
Altice 106 51.198
Alumexx ((Voorheen Phelix (voorheen Inverko)) 8.486 114.819
AM 228 684
Amarin Corporation 1 133
Amerikaanse aandelen 3.836 242.844
AMG 971 133.176
AMS 3 73
Amsterdam Commodities 305 6.687
AMT Holding 199 7.047
Anavex Life Sciences Corp 2 487
Antonov 22.632 153.605
Aperam 92 14.965
Apollo Alternative Assets 1 17
Apple 5 381
Arcadis 252 8.744
Arcelor Mittal 2.033 320.633
Archos 1 1
Arcona Property Fund 1 286
arGEN-X 17 10.288
Aroundtown SA 1 219
Arrowhead Research 5 9.726
Ascencio 1 26
ASIT biotech 2 697
ASMI 4.108 39.087
ASML 1.766 106.301
ASR Nederland 21 4.452
ATAI Life Sciences 1 7
Atenor Group 1 484
Athlon Group 121 176
Atrium European Real Estate 2 199
Auplata 1 55
Avantium 32 13.647
Axsome Therapeutics 1 177
Azelis Group 1 64
Azerion 7 3.392